De zeven instellingen van de EU
Vandaag in aflevering 2 van mijn blog beschrijf ik hoe de Europese Unie bestuurlijk is ingericht en hoe besluiten voor Europa worden genomen. Hoe is de EU ingericht, en hoe is controle op en verantwoording van EU-beleid geregeld?
De Europese Unie (EU) is een economische en politieke samenwerking van 27 Europese landen (lidstaten). Deze individuele landen hebben sommige bevoegdheden overgedragen aan de EU, zodat er gemeenschappelijk Europees beleid gevoerd kan worden op gebieden zoals landbouw en visserij, milieu, handelspolitiek en economische en monetaire zaken.
De EU bestaat uit zeven instellingen:
- de Europese Raad (regeringsleiders),
- Raad van de EU (ministers op verschillende beleidsterreinen),
- Europese Commissie,
- Europees Parlement,
- Europees Hof van Justitie,
- Europese Rekenkamer en
- de Europese Centrale Bank.
De overdracht van bevoegdheden van lidstaten aan de EU betekent dat de regeringen van lidstaten op die gebieden niet volledig zelfstandig kunnen beslissen over wet- en regelgeving en dat nationale parlementen (en ook nationale rekenkamers) meer op afstand staan.
In mijn woorden:
Op sommige thema’s, met name grensoverschrijdende grootschalige problemen die te moeilijk en te duur zijn voor individuele landen om op te lossen is het slimmer en efficiënter om die op te lossen via samenwerking tussen de landen.
Denk hierbij aan milieuvervuiling, voedselveiligheid, internationale criminaliteit, gezondheid etc. Het Europees Parlement houdt zich daarom bezig met oplossen van dit soort grootschalige problemen en maakt hiervoor wetten en regelingen. Een nobel streven maar helaas blijkt dit in de praktijk niet zo gemakkelijk.
Daarover meer in mijn volgende blog. Tot zover